Zindelijkheidsproblemen voorkomen

 In Zindelijkheid

Voorkomen zindelijkheidsproblemen

Hoe voorkom je zindelijkheidsproblemen? Wat als je kind weigert op het potje te gaan? Wat als je kind potjesangst heeft? Wat als je kind het plassen en poepen ophoudt? En wat als je kind een luier vraagt, woedeaanvallen heeft, boosheid heeft of niet geïnteresseerd is in het potje of zindelijk worden? Lees in dit artikel hoe je zindelijkheidsproblemen kan voorkomen. Verder lezen? Dan raden wij het boek Handboek Zindelijkheid van A. Vermandel aan.

Heel vaak verloopt het zindelijk worden of de zindelijkheidstraining vanzelf. Maar bij veel kinderen gaat het proces van zindelijk worden niet vanzelf. Veel voorkomende problemen zijn het potje weigeren, niet op het potje wil zitten, niet op het potje wil poepen, de poep ophouden en boos worden. In dit artikel zijn tips opgenomen waarmee je hopelijk veel problemen binnen het zindelijkheidsproces kan voorkomen.

Ook benieuwd hoe je zindelijkheidstraining aanpakt, hoe oud een kind moet zijn voor zindelijkheidstraining, welke methoden er voor zindelijkheidtraining zijn en hoe de ontwikkeling van het proces van zindelijkheid bij peuters verloopt? Lees dan de artikelen:

Lees ook het artikel:

  1. Stappenplan zindelijkheidstraining
  2. Hoe oud beginnen met zindelijkheidstraining?
  3. Beloningssysteem en hulpmiddelen zindelijkheidstraining
  4. Methoden zindelijkheidstraining
  5. Ontwikkeling zindelijkheid
  6. Problemen zindelijkheid
  7. Boekrecensie Handboek Zindelijkheid

Boekentips zindelijkheidstraining:

Tips zindelijkheidsproblemen voorkomen

Bij het ene kind loopt het zindelijkheidsproces vanzelf en bij het andere kind gaat het een stuk lastiger. Soms zijn problemen fasegebonden en lossen vanzelf weer op en bij andere kinderen zijn de problemen hardnekkiger, heftiger en duren langer voort. Kan je zindelijkheidsproblemen bij peuters voorkomen? Elk kind is anders, dus helemaal voorkomen zal niet gaan. Maar je kan de kans op problemen in het proces van zindelijk worden wel verkleinen met onderstaande tips. Lees ook het artikel Problemen zindelijkheid kind. In dit artikel wordt uitgelegd bij welke problemen je het best contact kan opnemen met een dokter.

1. Voorbereiding op zindelijkheidstraining

Zindelijk zijn is een enorme stap voor kinderen! Het kan ook heel verwarrend zijn en voor sommige kinderen zelfs een beetje beangstigend. Je kan je best voorstellen dat een luier enorm makkelijk is voor een kind. Het kan overal zijn of haar behoefte doen, zonder dat je het spel of de activiteit waar je mee bezig bent hoeft te onderbreken. Opeens is alles anders. Je moet nu tijdens het plassen en poepen zitten, eerst kon dat liggend of staand, wat je zelf makkelijk of prettig vond. Nu moet je op een gek ding zitten met een gat en waarom doen papa en mama opeens hier moeilijk over?

Laat je kind vroeg wennen aan een potje

Ook zijn er kinderen die het moeilijk en eng vinden om iets van zichzelf ‘achter’ te laten, wat vervolgens wordt doorgespoeld. Je kan door je kind voor te bereiden op het zindelijk worden veel van deze angsten en onzekerheden voorkomen. Laat bijvoorbeeld je peuter al heel vroeg wennen aan een potje in huis. Je kan praten over het plassen en poepen en je peuter laten zien dat alle grote mensen naar het toilet moeten. Lees in het artikel Zindelijkheidstraining meer tips en concrete stappen die je kan nemen ter voorbereiding.

2. Potjesangst voorkomen

Sommige peuters zijn bang voor het potje. Of hebben ergens binnen het zindelijkheidsproces potjesangst ontwikkeld. Je kan je voorstellen dat een peuter met potjesangst niet gaat plassen of poepen op het potje. De angst voor het potje kan verschillende oorzaken hebben:

  • Sommige kinderen zien een plas of poep als iets, een onderdeel, van zichzelf. Zij willen dit niet verliezen of weggeven, dat is voor hun beangstigend. In de luier is het veel minder zichtbaar dat jij iets ‘achterlaat’.
  • Kinderen hebben op het potje een totaal andere houding tijdens het plassen en poepen dan zij gewend waren. Alles voelt anders en dat kan eng zijn. Ook de druk tijdens het poepen voelt anders doordat je in hurkende houding geen tegendruk hebt.
  • Als je de plas en poep doorspoelt in het toilet kan het geluid van het doortrekken ook erg imponerend zijn voor peuters. Zij zijn dit totaal niet gewend en dit mag je niet onderschatten. Dus bereid je kind goed voor bij de eerste keer samen doortrekken.

Deze angstgevoelens bij een peuter kunnen flinke gevolgen hebben voor het zindelijkheidsproces. Denk aan het ophouden van de ontlasting met obstipatie als gevolg. Als je de angst met een goede voorbereiding kan voorkomen is dat het best. En anders is het belangrijk dat het kind de angst leert te overwinnen. Dit kan je doen door de angsten serieus te nemen en hierover te praten met je peuter. Je kind geruststellen dat het niet opgeslokt kan worden door het toilet als je kind hier bang voor is. Maar vertel wel altijd de waarheid en leg uit waarom dingen gebeuren en  hoe ze gebeuren. Ga niet mee met de angst van je peuter, maar probeer wel aan te sluiten bij de belevingswereld van je kind.

Tips om potjesangst en toiletangst te overwinnen:

  • Vertraag en doe even een stap op de plaats. Dwing je kind nooit en wordt niet boos. Ga uit van het principe dat je kind niet op het potje moet, maar op het potje mag. Op het moment dat je peuter hier interesse in heeft en rijp voor is.
  • Laat je kind wennen aan het potje en toilet door het zelf voor te doen. Laat je kind meekijken. Ook bijvoorbeeld bij broertjes, zusjes of andere familieleden. Dit kan ook vanaf een afstandje, volg je kind hierin.
  • Als je kind er aan toe is laat je ook zien hoe je doortrekt of het potje leegt in het toilet.
  • Het kan ook helpen om boeken over potjestraining te lezen en aan de hand van een plaspop te laten zien dat er geen ernstige dingen gebeuren.
  • Probeer het potje en toilet zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor je peuter. Misschien een luisterboek of muziekje op het toilet afspelen. Je hebt geweldige potjes in grappige varianten. Je kan ook het bestaande potje mooi versieren, het toilet leuk aankleden. Dit kan je ook samen met je kind doen. Samen een potje kopen, samen het potje en het toilet versieren.
  • Lees ook het artikel Beloningssysteem zindelijkheidstraining.

3. Stem de zindelijkheidstraining af met de omgeving

Het is verstandig als ouders, opa’s en oma’s en de kinderopvang zoveel mogelijk dezelfde zindelijkheidstraining en bijbehorende routines afstemmen. Verschillende methoden en verwachtingen richting het kind kunnen voor verwarring, onzekerheid en uiteindelijke stress zorgen. Dit heeft een negatieve invloed op het zindelijkheidsproces en kan het zindelijk worden vertragen. Het is niet altijd gemakkelijk. Maar jij als ouder bent cruciaal binnen de zindelijkheidstraining. Jij hebt als taak om je kind bij te staan en te motiveren en mag je hierbij niet onder druk laten zetten door mensen uit de omgeving.

Regelmaat en routines belangrijk binnen zindelijkheidstraining

Tegenstrijdige signalen zoals, thuis zonder luier, maar bij opa en oma of de kinderopvang weer de luier aan, kunnen het proces van zindelijk worden vertragen of zelfs tijdelijk doen stil vallen.

4. Terugval zindelijkheid. Tijdelijk zindelijkheidstraining stopzetten.

Het is niet erg om een rustperiode in te bouwen als het even niet gaat. Een pauze kan enkele weken of zelfs maanden duren. Net wat nodig is. Het kan namelijk voorkomen dat je de zindelijkheidstraining bent gestart, maar je peuter heeft ondanks alle aanmoedigingen onvoldoende interesse in het zindelijk worden en het potje. Mogelijk is je peuter nog onvoldoende rijp voor de training. Ook als er opeens grote weerstand komt of je ervaart te weinig resultaten kan het soms helpen een pauze in te lassen. Te veel druk op het kind en teveel de nadruk op droog zijn kan bij kinderen voor stress zorgen.

Niet forceren

Peuters maken ook sociaal- emotioneel een flinke ontwikkeling door en kunnen net in de koppigheidsfase beland zijn. Zie ook het artikel Lastig gedrag peuters voor tips en handvatten. Forceren binnen de zindelijkheidstraining heeft geen enkele zin en kan flinke negatieve gevolgen hebben voor het zindelijkheidsproces. Op het moment dat kinderen zelf weer signalen afgeven dat zij er klaar voor zijn, kan je de zindelijkheidstraining weer opnieuw opstarten. Soms is het verstandig om helemaal weer opnieuw met stap 1 van de training te beginnen.

5. Leer je kind een goede toilethouding

Een goede toilethouding is belangrijk bij het voorkomen van zindelijkheidsproblemen. Voor het plassen en poepen is de hurkhouding de beste houding. Op het potje neemt een peuter automatisch deze houding aan. Op een toilet is het voor veel kinderen lastig om deze houding aan te nemen.

Voordelen van een potje in plaats van het toilet:

  • Misschien wel het belangrijkste voordeel is dat peuters zelf kunnen beslissen wanneer zij op het potje gaan en weer van het potje af gaan. Voor het toilet hebben zij vaak hulp nodig van iemand anders.
  • Op een volwassen toilet kunnen kinderen niet of moeilijker een natuurlijke houding aannemen. Kinderen zitten op een toilet minder stabiel en kans op een verkampte houding is groot. Het is dan ook veel moeilijker om te plassen of poepen, waarvoor ontspanning nodig is.
  • De opening van het toilet is nog te groot in verhouding tot de billen van de peuter. Kinderen zakken dan met hun billen door het toilet of proberen zich met de handen tegen de toiletbril op te duwen. Wil je ook al oefenen met het toilet? Gebruik dan een brilverkleiner. hiermee kan je de toiletopening aanpassen aan het kind.
  • Een volwassen toilet is te hoog voor kinderen. De onderbenen en bovenbenen kunnen geen rechte hoek aannemen, waardoor de beentjes de grond niet kunnen raken. Een voetenkrukje of brilverkleiner met trapje kan een oplossing zijn.

Wat is juiste maat potje?

Potjes hebben je in verschillende afmetingen. Zoek een potje met de juist afmeting voor jouw kind.

  • Het potje moet voldoende steun bieden aan de billen
  • De onder- en bovenbenen vormen een rechte hoek, de knieën mogen iets hoger dan de heupen zijn
  • De benen zijn lichtjes gespreid en het kind moet met de vlakke voeten de grond kunnen raken
  • De knieën moet hoger dan op heuphoogte en de beentjes licht gespreid
  • En misschien wel het belangrijkste: het kind moet met de vlakke voeten de grond kunnen raken. Op die manier kan je volledig ontspannen tijdens plassen.

6. Goed afvegen en voorkom huidirritaties

Leer je kind vanaf het begin een goede toilet hygiëne. Om infecties en irritaties te voorkomen is het belangrijk dat peuters zich goed leren afvegen na het plassen en poepen. Maak hier een vaste routine van. Naar het potje, afvegen en handen wassen. Als jouw kind het nog niet goed kan, laat je het kind het eerst zelf proberen en daarna veeg jij na. Voor meisjes is het belangrijk om van voren naar achteren af te vegen, zodat bacteriën van de anus niet verspreid worden richting de vagina. Hiermee voorkom je urinaire of vaginale irritaties die pijnlijk kunnen zijn, met zindelijkheidsproblemen als gevolg.

Voorkom huidirritaties

Het spreekt ook voor zich dat kinderen niet te lang in een natte broek of onderbroek moeten lopen. De combinatie van vocht en warmte kunnen huidirritaties en uitslag veroorzaken. De huid kan zelfs beschadigen en dan geeft urine een bijtend gevoel. Dit kan het ophouden van het plassen bijvoorbeeld in de hand werken. Over het algemeen zijn huidirritaties en uitslag niet gevaarlijk en verdwijnen met de juiste maatregelen vrij snel. Goed schoon en droog houden en bijvoorbeeld een zalf gebruiken. Een prettige zalf is de calendula zalf van Weleda. Houden de irritaties ondanks een goede hygiëne langer aan, is het verstandig om contact op te nemen met de huisarts.

7. Niet persen tijdens het plassen. Voorkom tijdsdruk.

Het is belangrijk dat kinderen leren rustig te plassen en krijgen aangeleerd dat zij niet hoeven te persen tijdens het plassen. Een kind hoeft niet het laatste restje urine uit de blaas te persen. Door het persen zal de functie van de blaas juist verstoord raken. Laat je peuter dus ruim voordat je de deur uit moet voor een afspraak naar het potje of het toilet gaan. Doe je dit op het laatste moment werk je mogelijk verkeerd plasgedrag in de hand.

Beloon ook het proberen

Ook tijdens de zindelijkheidstraining kunnen kinderen gaan persen omdat zij heel graag een plas in het potje willen doen. Het is dus belangrijk om tegen je kind te blijven zeggen dat een plas vanzelf komt en dat proberen zonder dat er plas komt ook prima is. Zie het artikel over beloningen. Hier staat als tip genoemd dat je bij een beloningssysteem niet alleen moet belonen als er een plas of poep in het potje zit, maar ook de poging moet belonen. Verder kan je beter geen uitspraken gebruiken zoals: ‘ga nog maar even snel op het potje, we moeten over een minuutje weg’. Kinderen willen het liefst hun ouders plezieren en zullen ook als zij niet hoeven te plassen iets proberen er uit te persen.

8. Start de zindelijkheidstraining op het juiste moment

Ook dit klinkt wellicht als een open deur. Maar je kan veel zindelijkheidsproblemen en weerstand voorkomen door op het juiste moment aan de slag te gaan met het zindelijk zijn. Je kind moet er klaar voor zijn, zie het artikel Wanneer beginnen met zindelijkheidstraining, maar de omgeving moet er ook klaar voor zijn! Verschillende experts geven aan dat er bij bijzondere gebeurtenissen beter gewacht kan worden met de zindelijkheidstraining. Denk aan grote veranderingen in het gezin. Zoals een geboorte, verhuizing, sterfgeval, nieuwe school of scheiding. Deze gebeurtenissen kunnen stress bij het kind (en de ouders) veroorzaken en dit vergroot de kans op problemen tijdens het zindelijkheidsproces. Ook zijn ouders minder beschikbaar in zo’n periode om het proces te ondersteunen, verlopen dingen minder voorspelbaar en mist er vaak structuur. Allemaal elementen die juist van groot belang zijn binnen de zindelijkheidstraining!

Lees ook de artikelen:

Leave a Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Neem contact op

Stuur gerust uw vragen en/of opmerkingen

0