Wat wordt getest bij een onderzoek naar PDD-NOS?

 In Vraag en antwoord

Mijn stiefdochter van 12 krijgt binnenkort een onderzoek op PDD-NOS, nadat een leerkracht haar vermoeden heeft uitgesproken dat ze misschien PDD-NOS heeft. Helaas mogen alleen de moeder en vader (mijn vriend) ook in gesprek met het autisme centrum. Omdat ik veel contact met haar heb denk ik veel relevantie informatie te hebben wat betreft haar gedragingen en heel veel dingen die mij zijn opgevallen in het contact dat ik met haar heb. Ik ben een beetje bang, want aan de buitenkant merk je helemaal niets aan het meisje behalve dat ze wat gesloten is, dat ze zonder dat ik mijn ervaringen kan delen een verkeerde diagnose gaan stellen. Ik durf mijn mening ook niet te mailen naar het autisme-centrum, want ik ben bang dat de moeder dit dan te weten komt en onze band is bijzonder slecht. Hoe gaat zo’n diagnose proces in zijn werk? Hoe en wat wordt precies allemaal getest bij zo’n onderzoek? Komt het ook wel voor dat een psychiater of psycholoog meteen na 1 gesprekje zegt dat iemand geen autisme heeft, of gaan ze altijd op meerdere vlakken testen voordat ze een uitspraak doen?

Onderzoek PDD-NOS

Uit uw mail begrijp dat u graag wil weten hoe het onderzoek naar PDD-NOS in zijn werk gaat en hoe u hierin iets kan betekenen. Het precieze verloop van een diagnostisch traject naar PDD-NOS zal per instelling verschillen. Over het algemeen bestaat het eerste contact uit een intakegesprek met ouders en (in de meeste gevallen) het kind. Hierin wordt gevraagd naar de problemen en wat de reden is tot aanmelding. Tevens zal er aandacht zijn voor de gezinssituatie en het algeheel functioneren, zoals bv. eten, slapen, angsten, stemming, school, vrije tijd e.d.

Ontwikkelingsanamnese

Na de intake zal er een ontwikkelingsanamnese plaatsvinden met de ouders. Hierin wordt besproken hoe het kind zich ontwikkeld heeft van baby tot nu. Dit kan een algemene anamnese zijn of één specifiek gericht op kenmerken van een autisme spectrumstoornis (ASS). Dit zal afhangen van de instelling en/of de indruk die is ontstaan vanuit de intake. Aspecten die aan bod komen zijn de sociale, emotionele, motorische, cognitieve en taalontwikkeling, schoolverloop, ingrijpende gebeurtenissen en opvallendheden in de ontwikkeling die mogelijk kunnen passen bij ASS. Vaak zal er ook aandacht zijn voor de achtergrond van de ouders en hun manier van opvoeden.

Observeren

Naast het gesprek met de ouders zal het kind gezien worden voor een kinderpsychiatrisch onderzoek of een psychodiagnostisch onderzoek door een psycholoog. Hierin wordt met het kind gesproken over de problemen die hij of zij ervaart, het gezin, school, vrienden, hobby’s e.d. Tevens wordt er vaak gespeeld of een spelletje gedaan. Naast de informatie die het kind zelf geeft zal de psychiater of psycholoog op deze manier een beeld van het kind krijgen. Bij onderzoek naar PDD-NOS zal er voornamelijk gekeken worden naar de manier van contact maken: maakt het kind oogcontact, is het in staat tot een wederkerig gesprek, kan het zich inleven in een ander etc. Maar ook andere dingen zullen geobserveerd worden, zoals de aandacht en concentratie, stemming, angsten, zelfbeeld en het algemeen sociaal-emotioneel functioneren.

Aanvullend onderzoek

De informatie afkomstig uit de intake, de ontwikkelingsanamnese en het onderzoek zal gecombineerd worden met informatie van school, eventueel eerdere behandelingen/onderzoeken en mogelijk enkele vragenlijsten. Daarnaast kan het zijn dat er verder onderzoek wordt gedaan, bv. een psychologisch onderzoek naar het IQ, de persoonlijkheid, het sociaal inzicht en/of neuropsychologische functies (bv. aandacht/concentratie, planningsvermogen, ruimtelijk inzicht e.d.).

Diagnose

De diagnose wordt dus niet alleen gesteld op basis van het onderzoek met het kind, maar op een veelvoud aan informatie. Ook informatie van een stiefmoeder kan hier een rol in spelen. U bent een onderdeel van haar leven, bent betrokken bij haar en naar uw idee kan uw informatie belangrijk zijn voor de diagnosevorming. Indien uw partner het hier mee eens is, kan hij dit voorleggen aan de intaker. U kunt dan wellicht, samen met de vader, een apart gesprek krijgen of anders iets meegeven op papier.

Ik hoop dat ik u hiermee voldoende informatie heb gegeven en dat uw stiefdochter een juiste diagnose zal krijgen. Ik wil er wel nogmaals op wijzen dat het onderzoeksverloop per instelling kan verschillen.

Leave a Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Neem contact op

Stuur gerust uw vragen en/of opmerkingen

0