Boekrecensie Motoriek & Didactiek – Beweging in en om de klas

 In Boekrecensies

Boekrecensie: Motoriek & Didactiek (Cathy Crabbe)

1 editie, september 2021 (uitgeverij ACCO)

motoriek-en-didactiek

Het belang van bewegen voor jonge kinderen

Helder wordt de relatie uitgelegd tussen bewegen en schoolse vaardigheden. Waarom is het zo belangrijk dat jonge kinderen bewegen? Op knappe wijze wordt in een notendop de belangrijkste aspecten van de motorische ontwikkeling besproken. Het boek prikkelt en stimuleert je om met bewegen binnen je organisatie aan de slag te gaan en biedt veel tips en praktijkvoorbeelden. Een aanrader voor met name alle professionals die met jonge kinderen werken en meer willen weten over het belang van bewegen bij jonge kinderen.

Algemene kenmerken boek Motoriek & Didactiek

Met veel plezier heb ik het boek Motoriek & Didactiek gelezen. Het boek is in 2021 voor het eerst uitgegeven door uitgeverij ACCO. Het eerste wat opvalt is de mooie voorkant en vormgeving van het boek. Ook de opmaak in het boek is prettig, met heldere koppen en een prettig formaat lettertype. Niet te groot en niet te klein. Het boek heeft 211 pagina’s en is hiermee niet extreem dik, maar heeft wel voldoende ‘body’ om je het gevoel te geven dat je een mooi naslagwerk in je hand hebt. Voor het overzicht wordt er regelmatig met kaders gewerkt en worden er ook ondersteunende plaatjes en schema’s gebruikt. Na aanschaf van het boek krijg je ook digitaal toegang tot studiemateriaal en extra uitgewerkte praktijkvoorbeelden, schema’s en oefeningen. Dit materiaal heb ik niet kunnen inzien, maar ik kan mij voorstellen dat dit een fantastische aanvulling is op het papieren boek waarin ook al veel tips en oefeningen zijn opgenomen.

Indeling boek

Het boek is ingedeeld in drie delen en elk deel kent een aantal hoofstukken. Het eerste deel (circa 40 pagina’s) is meer theoretisch. Dit deel richt zich op het belang van gymles en bewegen op school en geeft uitleg over de motorische ontwikkeling en hoe dit in verband staat tot school en leren. Verschillende bronnen en onderzoeken worden aangehaald. Het tweede (circa 75 pagina’s) en derde deel (ook 75 pagina’s) zijn meer praktisch van aard, maar wel gecombineerd met theorie. In deel twee gaat men in op hoe je bewegen in de klas integreert, op het schoolplein, tijdens verplaatsing (naar bijvoorbeeld een activiteit) en de basis didactiek van een gymles. Deel drie gaat echt over de grondvormen van bewegen (leerlijnen gymles) en hoe je deze kan stimuleren. Het is een logische opbouw van het boek en de drie delen versterken elkaar. Maar de delen zouden ook los gelezen kunnen worden van elkaar. Zo is het eerste deel razend interessant voor mensen geïnteresseerd in de achtergrond van het belang van gym, sport en bewegen en het tweede deel als je bijvoorbeeld echt concreet met een beweeghoek in de klas of het aanpakken van het schoolplein aan de slag gaat. Verderop in deze recensie wordt per deel van het boek mijn indruk gedeeld.

Voor wie is het boek geschikt?

Het boek (achterkant en inleiding) geeft zelf aan dat het zich richt op de groepsleerkracht die meer beweging wil stimuleren op school (in de klas, op het schoolplein en thuis) en af en toe een gymles wil verzorgen op school.
Ik vind het boek geschikt voor een veel breder publiek. Zowel voor groepsleerkrachten als (minder ervaren) vakleerkrachten en ook alle professionals die met jonge kinderen werken. Denk aan buurtsportcoaches, trainers en coaches van sportverenigingen, pedagogische medewerkers in de kinderopvang. Deze professionals kunnen het boek zien als nascholing en gebruiken voor hun lessen om praktische tips, ideeën en oefeningen op te doen. Daarnaast kunnen zij het boek gebruiken als hulpmiddel om mensen te overtuigen over het belang van bewegen en het is een onderbouwing
En tot slot met name deel één en de hoofdstukken 4,5 en 6 van deel twee ook interessant voor opvoeders die geïnteresseerd zijn in de motorische ontwikkeling, de koppeling tussen bewegen, leren en andere vaardigheden. Wellicht dat ouders die dit boek gelezen hebben bewust kiezen voor een school die bewust beweging inzet op school. Daarnaast kan ik mij voorstellen dat ouders van de medezeggenschapsraad van een school met dit boek onder de arm het gesprek met school aan kunnen gaan om een nieuwe inrichting van het schoolplein, of überhaupt om meer bewegen in en rond de school bespreekbaar te maken.

Conclusie boek Motoriek & Didactiek

Ik vind het boek Motoriek & Didactiek een waardevol boek voor zowel groepsleerkrachten, vakleerkrachten en met name deel 1 en 2 van het boek ook voor andere professionals die met jonge kinderen werken en ouders die geïnteresseerd zijn in het onderwerp belang van bewegen bij jonge kinderen. Het is knap hoe de theorie over de motorische ontwikkeling op een zo begrijpelijke manier wordt uitgelegd en het boek geeft echt handvatten om het belang van bewegen binnen je organisatie bespreekbaar te maken/ aan te tonen. Ook biedt het boek enorm veel handvatten om praktisch met meer bewegen in je klas of school te starten. Mogelijk zijn sommige onderwerpen net niet voldoende uitgediept, zoals het bewegen op het schoolplein, om direct toe te kunnen passen binnen jouw praktijksituatie. Maar dit boek zal je zeker prikkelen om je hierin verder te verdiepen!

Indruk deel één: Brede kijk op beweging en motoriek in de klas

Zoals beschreven is het eerste deel een theoretisch kader voor de twee volgende delen van het boek.

In hoofdstuk één behandelt men heel kort en overzichtelijk de onderwijsdoelen (eindtermen) van gymnastiek en worden de ontwikkelingsfasen die je kan toepassen op bewegen besproken. Namelijk: Eerste graad ‘ervaren’ (6 – 8 jaar), tweede graad ‘beseffen’ (8 – 10 jaar) en derde graag ‘beheersen’ (10 – 12 jaar). Een belangrijk kader om te begrijpen hoe motorische vaardigheden kunnen worden aangeleerd.

Het tweede hoofdstuk van deel één gaat dieper in op waarom bewegingsvorming op de basisschool (of in zijn algemeenheid voor kinderen) zo belangrijk is. Verschillende onderzoeken worden aangehaald die aantonen dat sporten meer dan alleen goed is voor het lichaam en vervolgens samengevat in een handig lijstje:

Bewegen heeft ook een bewezen positief effect op:

  1. De hersenstructuur en executieve functies
  2. Concentratie en aandacht
  3. Motorische vaardigheden fysieke fitheid
  4. Zelfvertrouwen, zelfbeeld en sociaal gedrag
  5. Schoolprestaties (effect nog niet helemaal duidelijk, zowel geen effect als positieve effecten)

Het is knap hoe de wetenschap op een laagdrempelige manier met behulp van citaten en simpele uitleg begrijpelijk wordt gemaakt. Vervolgens wordt ingegaan op hoe bewegen ingezet kan worden. Beweging als middel, bewegen VOOR het leren (leren door beweging) en bewegen OM te leren (inzichtelijke leren). Met een kort kader waarin de termen worden uitgelegd en vervolgens verduidelijkt met praktijkvoorbeelden. Tot slot worden de executieve functies (cognitieve functies) in het kort uitgelegd in relatie tot bewegen en hoe men deze functies door middel van bewegen kan versterken.

Met het derde hoofdstuk (motorische ontwikkeling) wordt deel één van het boek afgesloten. Dit hoofdstuk is mijn favoriete hoofdstuk van het boek. In slechts 20 pagina’s worden begrippen als psychomotoriek, ontwikkelingslijnen, lateralisatiefase, dominantie, van enkelvoudig naar samengesteld en de belangrijkste theorieën van de motorische ontwikkeling uitgelegd. Het prettige is dat vanuit deze theorie steeds weer de koppeling met de praktijk en de bedoeling van dit boek (belangrijk dat kinderen op jonge leeftijd veel bewegen) wordt gelegd. Hierdoor ontstaat echt een fundament voor de rest van het boek en voel je als lezer echt de urgentie en het belang van bewegen. Het wordt allemaal zeer begrijpelijk uitgelegd, behapbaar voor een student of ouder die interesse heeft in het onderwerp en perfect als naslagwerk voor de meer ervaren professional. Een leerkracht zou de informatie ook kunnen inzetten voor eventuele oudergesprekken op school.

Indruk deel twee: Didactiek, het vierluik praktische uitwerking per luik

In deel twee duiken we van de theorie de praktijk in.

In hoofdstuk vier gaat men in op hoe je als docent meer bewegen in de klas krijgt. Drie hoofd manieren worden besproken; bewegingstussendoortjes, bewegingshoeken en dynamisch zitten en bewegen. Praktijkvoorbeelden en tips wisselen elkaar af. Sterk vind ik dat ook in dit praktische deel van het boek toch steeds de link wordt gelegd met de theorie en waarom bewegen voor kinderen zo belangrijk is en dat het (achterliggende) doel van de oefening wordt uitgelegd.

In hoofdstuk vijf van deel twee wordt ingegaan op het bewegen op het schoolplein en in hoofdstuk zes van dit deel op het bewegen op verplaatsing of als huiswerk. Ook weer met aandacht voor het belang hiervan en enkele praktijkvoorbeelden en tips. Deze eerste drie hoofstukken zetten aan tot denken en zal voor sommige professionals genoeg zijn om veranderingen op hun school in gang te zetten. Maar ik kan mij ook voorstellen dat dat er net niet genoeg voorbeelden en tips in deze hoofdstukken staan en er behoefte is aan extra nascholing en/of ondersteuning van een professional om echt dit soort elementen te integreren binnen de school.

Met hoofdstuk zeven wordt deel twee afgesloten. Dit hoofdstuk gaat echt in op de didactiek van de gymles en heeft weer veel praktische tips en praktijkvoorbeelden. Het bevat strategieën om groepjes te maken, hoe een les snel gestart kan worden, kijkwijzers en beschrijft organisatie, werkvormen en leuke spelideeën. Dit hoofdstuk is vrij uitgebreid en is nuttig voor leerkrachten die net op zoek zijn naar wat meer tips op zich zekerder te voelen in de gymles. Maar ook voor (beginnende) vakleerkrachten een mooi kader en naslagwerk.

Indruk deel drie: Motoriek & Didactiek, motorische basisvorming

Deel drie geeft nog meer verdieping en handvatten hoe je als leerkracht echt de motorische vaardigheden van je leerlingen kan verbeteren.

In hoofdstuk acht worden de basisvormen van bewegen (leerlijnen) behandeld en komen weer allerlei praktijkvoorbeelden aan bod om deze basisvormen te trainen. Praktische tips worden weer afgewisseld met kadertjes over het belang van bewegen en mogelijke problemen die kinderen kunnen ondervinden als zij bepaalde vaardigheden niet ontwikkelen. Ondanks de praktijkvoorbeelden en praktische tips, kan ik mij voorstellen dat sommige leerkrachten liever uitgewerkte lessen zien en dit hoofdstuk wat sneller doorbladeren. Dit zou zonde zijn, want het zou juist fantastisch zijn en grote meerwaarde hebben als elke professional deze (achtergrond)kennis in zijn rugzak heeft zitten. Handboeken met uitgewerkte lessen zullen dan ook makkelijker begrepen worden en mogelijk met meer plezier gegeven!

Tot slot wordt deel drie en het boek afgesloten met hoofdstuk negen, zwemmen. In dit hoofdstuk wordt de juiste zwemtechniek van de schoolslag en borstcrawl uitgelegd. Aan de hand van handige plaatjes en schema’s. De verschillende fasen van de arm- en beenslag worden beschreven, ademhaling en coördinatie. Dit inzicht in de techniek is voor elke professional en ouder handig om te weten. Het hoofdstuk besteedt beperkt aandacht aan het aanleren van de technieken en wanneer kinderen motorisch rijp hiervoor zijn.

Benieuwd en verder lezen? Bestel het boek:

Leave a Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Neem contact op

Stuur gerust uw vragen en/of opmerkingen

0